Lionitas toptalent Doutsen Leijenaar: “wereldkampioen worden is ook goed”

Interview door Imco van der Wal   

Doutsen bij het nieuwe bord van a.v. Lionitas

Het is bijna vakantie maar het onderwerp van het vraaggesprek lijkt daar geen behoefte aan te hebben. Doutsen Leijenaar want daar gaat het hier om, peinst met geen haar op haar hoofd om te gaan luieren. Nee, integendeel, Doutsen is in voorbereiding voor de D-Spelen, de officieuze Nederlandse Kampioenschappen in Amsterdam.

In het clubhuis bevraag ik, jawel in het Frysk, Lionitas’ meest talentvolle junior. Inderdaad is  de op 13 maart 2011 geboren Doutsen vernoemd naar die andere wereldbekende Friezin: Doutzen Kroes. Onze Doutsen is opgegroeid op een pleats in Hurdegaryp met haar ouders en een oudere zus. Logischerwijs gaat ze naar het nabijgelegen Tjalling Koopmans College, waar ze na de zomervakantie in de 3e klas van het gymnasium haar schoolcarrière vervolgt. Desgevraagd geeft ze aan later het beroep van veearts te ambiëren maar haar ideaal is professioneel atlete te worden. Ze beseft terdege dat ze daarvoor veel zal moeten doen en misschien nog wel meer te laten.

De boerderij in Hurdegaryp beschikt over een eigen ‘bak’ zodat Doutsen daar onbeperkt haar andere grote hobby kan bedrijven: ponyrijden. Ze heeft zelf twee pony’s en haar zus Siebrecht twee paarden. In de discipline springen – waarbij de combinatie ruiter en paard een hindernisparcours dient af te leggen binnen een bepaalde tijd – behaalt Doutsen fanatiek als ze is zeer regelmatig het erepodium. Ze heeft zich geplaatst voor het NK op 24 augustus a.s.

Terug naar de atletieksport. Hoe kwam ze bij Lionitas terecht? “Eartiids as lyts bern draafde ik al troch it hûs”, fertelt se, “en hie ik altyd in sekere driuw nei beweging.” Toen haar mem vroeg welke sport ze wilde gaan doen en ze een atletiekwedstrijd op televisie zag, was haar keuze voor Lionitas snel gemaakt. Eerst kwam ze bij de (mini)pupillen terecht en stroomde via  de diverse leeftijdscategorieën door naar de junioren. Nu traint ze onder leiding van Monique Seerden. Van haar heeft ze in het bijzonder de specifieke techniek voor het hordenlopen en het hoogspringen aangeleerd en geperfectioneerd. Doutsen: “Monique is in aardiche trainer, fol grapkes, sij kin my goed lêze en wat fansels helpt sij is sels as atlete én trainer ek behoarlik fanatyk.”

Al geruime tijd traint Doutsen drie keer per week op de atletiekbaan van Lionitas en verder is ze vaak aanwezig bij de trainingen van het Regionaal Talent Centrum Noord te Groningen. Hoe doet ze dat allemaal? Ze is stellig dat zij al die trainingen goed kan combineren met school; donderdags is ze sowieso vrij van school en ze hoeft thuis geen huiswerk te maken, dat gebeurt al op school. Overigens scoort ze met gymnastiek een 9,3 maar het leukste schoolvak vindt ze toch wel Frans.

Doutsen springt tijdens een competitiewedstrijd 1.60 meter hoog

Dus heeft Doutsen genoeg tijd om te trainen, maar voor toptalent zijn is meer nodig. Ze denkt dat ze over alle goede eigenschappen beschikt om het talent tot bloei te brengen. Aan lenigheid wordt nog gewerkt en wat zeker meewerkt is dat ze geen last van blessures heeft. Haar voorkeur wat betreft de atletiekonderdelen gaat uit naar de 300 meter horden en het speerwerpen, eigenlijk alle disciplines vindt ze wel leuk behalve de 600 meter.

Uiteraard is haar grote voorbeeld Femke Bol, hét boegbeeld van de Nederlandse atletiek, van wie ze dan ook een handtekening heeft. Trots is Doutsen op haar persoonlijke records bij het hoogspringen van 1.68 meter en bij het verspringen van 5.38 meter waarmee ze vet hoog in de ranglijsten aller tijden staat. Zowel indoor (Apeldoorn) als outdoor (Amsterdam) is Doutsen nationaal kampioen hoogspringen. Op de meerkamp (6 onderdelen) is ze al drie jaar achtereen ongeslagen kampioen! Bij het NK in Emmeloord verbeterde Doutsen afgelopen juni het puntenrecord. En het kan niet op: al die nationale topprestaties leiden tot zeker twaalf clubrecords bij Lionitas. Zelf denkt ze dat er nog verbetering in zit. Het seizoen is nog lang zegt ze en voegt er aan toe dat ze haar pijlen toch wel op de meerkamp richt. “Ik wit dat ik it kin en der sit ek wol mear yn”, zegt ze beslist.

Haar voorkeur gaat dus uit naar baanatletiek en ook naar de competitiewedstrijden met het Lionitas team waarvan ze zegt dat ze als collectief niet goed genoeg hebben gepresteerd. Over haar concurrentes: “dy traine under professionals en traine folle mear gericht en hurder.” Ze wil om ergens naar toe te werken ook wel wat meer individuele aandacht krijgen. Het ligt absoluut niet aan de baanaccommodatie maar dat er bij Lionitas te weinig gespecialiseerde technische trainers zijn is dan wel weer jammer.

Doutsen vindt het trainen in de groep bij Lionitas gezellig en erg leuk; ze appt regelmatig met haar sportvriendinnen en gaat soms naar een verjaardagfeestje.

En nee, ze wil later geen trainster worden maar dus wel zelf professioneel atlete waarvoor ze alles opzij wil zetten en de daarvoor benodigde trainingsarbeid verrichten.

Ze droomt van een carrière als die van Femke Bol. Ze hoeft niet persé naar de Olympische Spelen maar wereldkampioen worden is ook goed. Uiteraard wensen wij Doutsen alle succes toe bij het verwezenlijken van haar droom. Geloof me, we gaan nog veel van haar horen.